5 punten die ik heb geleerd uit het boek: Stumbling on Happiness

In dit boek worden er door Professor Daniël Gilbert inzichten gedeeld van verschillende disciplines; psychologie, neurologie, economie en filosofie. De kaft lijkt op een zelfhulpboek voor eenzame vrouwen, maar niets is minder waar.  Gilbert illustreert hoe de menselijke psyche werkt en  onderbouwt dit met wetenschappelijk onderzoek. Door te begrijpen hoe onze psyche werkt kan je beter keuzes maken voor meer geluksgevoel.

Of zoals Professor Daniël Gilbert het zelf zegt: “My book isn’t meant to make people happy. It’s meant to make them smart about happiness by telling them what science has discovered”.

Top 5 persoonlijke leerpunten & bevestigingen

1. Het brein is een ingenieuze tovenaar.

Ons brein heeft de neiging om stukken van de realiteit weg te laten en aan te vullen zonder het ons te vertellen. Hierdoor is onze beleving van de wereld een potpourri van onze eigen fantasie gemixt met de harde waarheid. Deze mix zorgt ervoor dat we goed kunnen functioneren als zeer intelligente wezens (sommige althans).

Dit lijkt misschien een open deur, maar de realiteit is dat we dit maar al te vaak vergeten.

2. Ons geheugen is een onbetrouwbare vriend.

Als je herinneringen ophaalt voelt het alsof je een film in je hoofd afspeelt. Echter bestaat je herinnering slechts uit een kleine samenvatting. Je kan het zien als een muur met gaten erin. Wat je brein razendsnel en op een efficiënte wijze doet is met aannames deze gaten invullen.

Dit zorgt ervoor dat personen met een gedeelde herinnering een andere herinnering kunnen hebben aan een situatie. Zo had Professor Gilbert 17 jaar geleden Schlinders list gezien, in zijn herinnering vond hij het een slechte film . Zijn vrouw was echter van mening dat hij het een erg goede film vond. Ze besloten de film nogmaals te bekijken waarbij hij zich weer herinnerde wat er was gebeurd. De eerste 98% van de film vond hij erg goed, waarna er aan het einde een stuk kwam met de hoofdrolspelers die iets vertelde over de film. Hij stoorde zich hier zo aan dat hij zich herinnerde dat hij de hele film slecht vond.

Als het dus belangrijk is om iets accuraat te onthouden, zorg dan dat je het vastlegt.

3. Mensen zijn geen goede toekomstvoorspellers.

De mens heeft de unieke gave om een levendig beeld te kunnen schetsen van hun eigen toekomst. Deze toekomst baseren we op ervaringen uit het verleden en onze gevoelens van dit moment. Zoals in de vorige twee punten beschreven is deze realiteit zeer vervormd. Als onze herinneringen een muur zijn met gaten erin, dan zijn onze toekomstvisies slechts stukken steen waarmee we een complete muur fabriceren.

Niemand kan alle factoren en gevolgen die in de toekomst meespelen overzien. Hierdoor houden we rekening met bepaalde factoren en vergeten we anderen. Helaas zijn de factoren die we vergeten vaak erg belangrijk. De meeste mensen overschatten de impact van bijna iedere beslissing die ze maken.

Je zorgen maken over de toekomst was sowieso al geen beste strategie. Maar door te realiseren hoeveel je toekomstbeelden waard zijn is het makkelijker om er minder waarde aan te hechten.Wanneer je wilt weten hoe je je zal voelen na het maken van een belangrijke keuze die veel invloed heeft op je toekomst. Kan je volgens de auteur het beste iemand zoeken die momenteel in de situatie van die toekomst zit.

Ik hoor je denken, maar andere mensen zijn niet zoals ik. Hier heb je te maken met een denkfout, mensen zijn namelijk altijd opzoek naar verschillen en niet overeenkomsten (zie punt 4). Hierdoor ben je in je eigen perceptie misschien een uniek sneeuwvlokje, maar de waarheid is dat we eigenlijk allemaal erg veel op elkaar lijken.

Uit een drietal studies blijkt dat de perceptie van anderen ons een beter beeld geeft, dan onze eigen toekomstbeelden gebaseerd op kleine brokjes informatie (Smith & Park, 1992). De subjectieve wereld van het nu (van iemand anders) is vaak de meest betrouwbare voorspeller van jouw toekomst.

4. Mensen zien zichzelf als uniek.

We zijn op mens namelijk altijd gericht op verschillen, hierdoor zien we vaak niet hoeveel we overeen komen. Het gevolg hiervan is dat we onszelf vaak beter dan gemiddeld beschouwen, maar soms ook slechter. Wanneer mensen gevraagd wordt een makkelijke taak te doen schatten ze zichzelf hoger in dat de gemiddelde persoon. Bij een ingewikkelde taak zoals jongleren of schaken schatten ze zichzelf slechte in dan anderen.

We geloven dat we vaak atletischer, intelligenter, georganiseerder, ethischer, logischer, interessanter, eerlijker, gezonder en aantrekkelijker zijn dan een gemiddeld persoon. Zo ervaren de meeste studenten zichzelf als slimmer dan de gemiddelde student (Wylie, 1979). De meeste bedrijfsleiders zien zichzelf als meer competent dan de gemiddeld bedrijfsleider (Larwood & Whittaker, 1977). De meeste voetballers ervaren dat ze een beter balgevoel hebben dan hun teamgenoten (Felson). 90 Procent van de bestuurders van een voertuig vinden zichzelf beter dan gemiddelde bestuurder (Walton & Bathurst, 1998) en 94 procent van alle hoogleraren beschouwen zichzelf als beter dan gemiddeld (Cross, 1977).

Ironisch genoeg treed dit vertekend beeld (bias) ook op wanneer het gaat over onszelf. We zien onszelf dus als minder biased dan de gemiddelde persoon(Pronin, Lin, & Ross, 2002).

5. Doen is beter dan laten.

Dûh… niet zo snel cowboy. Het klinkt logisch maar dat betekend niet altijd dat het zo is. De reden dat je beter een foute keuze kan maken dan iets niet doen (waarna iets fout gaat). Is omdat we een ‘emotioneel afweersysteem’ bezitten. Een foute keuze die je maakt kan je hierdoor relativeren. Echter iets wat je niet doet kan je ook niet relativeren.

Onderneem dus altijd actie of maak een keus. Een recent voorbeeld van mijzelf gaat over de Postcode Loterij (en alle andere loterijen in het algemeen). Na alle ophef over de Postcode Loterij van afgelopen dagen kwam ik op wikipedia terecht. Hier las ik dat een van de voornaamste redenen dan mensen meedoen is omdat ze bang zijn om achter te blijven indien de prijs bij hun in de straat valt.Zelf heb ik er actief voor gekozen om er nooit een lot te kopen. Een lot kopen uit angst dat de buren miljonair worden en jij achter blijft is namelijk stupide. Ik neem liever zelf controle over mijn leven om er iets beters van te maken, dan te hopen op een externe factor. Mocht de hoofdprijs ooit bij mij in de straat vallen, dan kan ik altijd nog relativeren met voorgaande redenen.

 

Bronnen

Cross, P. (1977). Not can but will college teachers be improved? New Directions for Higher Education, 1-15.

Felson, R. (sd). Ambiguity and Bias in the Self-Concept. Social Psychology Quarterly, 64-69.

Larwood, L., & Whittaker, W. (1977). Managerial myopia: Self-Serving Biases in Organizational Planning. Journal of Applied Psychology, 194-98.

Pronin, E., Lin, D., & Ross, L. (2002). The bias blind spot: perceptions of bias in self versus others. Personality and social psychology bulletin 28, 369-81.

Smith, D., & Park, C. (1992). Choice in Context: Tradeoff Contrast and Extremeness Aversion. Journal of Marketing Research (JMR), 296-313.

Walton, D., & Bathurst, J. (1998). An exploration of the perception of the average driver’s speed compared to perceived driver safety and driving skill. Accident Analysis and Prevention, 821-30.

Wylie, R. (1979). The Self-Concept: Theory and Research on Selected topics, vol 2. Lincoln: University of Nebraska.

Leave a Comment

Start typing and press Enter to search

shouldn't you be working text from StayFocusd in the middle
Send this to a friend